Het atelier bevindt zich op de eerste verdieping van het huis en wordt met gedeeld met echtgenote Carin. Werk van Ruud en Carin hangt aan de muur en het schilderij waar Ruud mee bezig was, staat op een tafelezel. Het zal niet worden afgemaakt, want hij is onverwacht ziek geworden en overleden. Carin: “Voor Ruud was schilderen een manier om zijn hoofd leeg te maken. Hij wilde heel graag in Almelo aan de atelierroute meedoen.”

Het valt op dat Ruud graag beroemde schilderijen naschilderde. Een deel van zijn werk is ook oorspronkelijk. Mooie ingekleurde potloodtekeningen en composities in de stijl van Gustav Klimt. Carin: “Veel van het grote werk van Ruud zijn kopieën van Tamara de Lempicka, een Poolse art-deco schilderes.” Tussen Ruuds teken- en schilderwerk in de serre staat ook een door hem professioneel gebakken apothekersfles van wit aardewerk.

Ruud wilde op jonge leeftijd al naar de kunstacademie. In Amsterdam Noord woonde hij naast kunstschilder Aat Veldhoen en keek hij graag in diens atelier. Zijn ouders vonden dat hij een vak moest leren waar hij zij brood mee kon verdienen. Dus werd Ruud onderhoudsmonteur. Toch ging hij later naar de Kunstacademie in Amsterdam en combineerde hij het schilderen met het runnen van een rijwielherstelbedrijf.